ONTWERPSCHOLEN aan het woord (3): Wageningen University

Adri van den Brink, hoogleraar Landschapsarchitectuur: 

‘Studenten nemen vanaf het begin van een project het potlood ter hand’

 

‘Onze studenten staan voor een dubbele opgave. Behalve zich te moeten bekwamen in ontwerpvaardigheden, dienen ze te voldoen aan de onderzoekseisen die een universiteit stelt. Het doen van degelijk onderzoek is een essentieel onderdeel van het ontwerpproces. Wie ontwerpt aan het landschap kan niet zonder grondige kennis van bijvoorbeeld klimaat, watersystemen, sociaaleconomische invloeden en cultuurhistorie. Door wetenschappelijk onderzoek vergaren en interpreteren studenten die kennis. Het levert vervolgens de bewijslast voor het ontwerp.'


'Dit betekent niet dat het ontwerp ondergeschikt is. In de beoordeling van het afstudeerproject tellen ontwerp en onderzoek even zwaar. Daarom is in het afstuderen de balans tussen onderzoek en ontwerp cruciaal. Wanneer zet je de stap naar het maken van een ontwerp, wanneer ben je überhaupt klaar met onderzoeken? Docenten hebben de taak om studenten te trainen in het gericht doen van onderzoek – wat moet ik weten, wat niet? – en te stimuleren om vanaf het begin het potlood ter hand te nemen. Door op basis van onderzoeksbevindingen varianten te schetsen leren ze de onderzoeksvragen aan te scherpen.

 

'In het eerste jaar van de masteropleiding volgen studenten – de meeste hebben ook onze bachelor doorlopen – twee ontwerpstudio’s. Daarnaast volgen ze vakken over ontwerptheorie en onderzoeksmethodologie. Via een zogenoemde Academic Consultancy Training leren ze hun ontwerpvaardigheden toe te passen in een interdisciplinair praktijkproject, waaraan ook studenten van andere opleidingen meedoen.

 

'Onze docenten doen stuk voor stuk regulier of promotieonderzoek. De resultaten van hun onderzoek leiden tot vernieuwing van het onderwijs. Ontwerponderzoek naar microklimaat in de stad, naar energielandschappen, naar esthetiek werkt door in ontwerpstudio’s en afstudeervakken. Zelf werk ik met internationale collega’s aan de versterking van landschapsarchitectuur als academische discipline. We besteden bijvoorbeeld aandacht aan research through designing  – oftewel, hoe kan het ontwerp ingezet worden als methode voor wetenschappelijk onderzoek?

 

We werken met andere universiteiten samen, zoals met de TU Delft en het Amerikaanse MIT in het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS). Het is overigens niet zo dat de Delftse landschapsarchitectuuropleiding over de stad gaat en de Wageningse opleiding over het landelijk gebied. De achtergrond – Delft heeft wortels in de stad en de architectuur, wij in de landbouw en de ecologie – voorziet ons hedendaagse profiel ook bij projecten in stedelijk gebied van kleur.’ 

 

Mark Hendriks