Adrian Noortman, coördinator Landschapsarchitectuur:
‘Het vermogen om onderzoek te doen wordt steeds belangrijker’
‘Binnen de opleiding Tuin- en landschapsinrichting bestaan nu nog vier specialisaties, waarvan twee ontwerprichtingen: tuinarchitectuur en landschapsarchitectuur. Die opzet verdwijnt – vanaf het collegejaar 2016-2017 specialiseren studenten zich via verschillende uitstroomprofielen. Daarmee denken we aan te sluiten bij de behoefte uit de praktijk naar verschillende typen ontwerpers. Kort gezegd, we leiden straks nog wel tuin- en landschapsontwerpers op, maar met een bredere blik – ze specialiseren zich op het snijvlak tussen ontwerp, techniek en beheer.'
'Studenten werken vanaf het tweede jaar naar zo’n profiel toe. Dat betekent dat ze meer ruimte krijgen in het samenstellen van hun programma. Als je een hardcore ontwerper wilt worden kies je vooral voor ontwerpmodules in combinatie met vakken over visualisatie en materialisering. De zogenoemde minor en de vrijekeuzeruimte bieden mogelijkheden voor verbreding – door vakken te volgen waarin bijvoorbeeld onderzoek en strategie aan de orde komen.
Dat onderzoekende vermogen wordt sowieso steeds belangrijker. Studenten worden geacht om complexe opgaven te kunnen ontrafelen. Daarom krijgen zij les in onderzoeksvaardigheden. Let wel: het betreft hier geen wetenschappelijk maar praktijkgericht onderzoek – wat heb ik als ontwerper nodig, wat moet ik weten om een goed plan te kunnen maken?
Ondanks deze veranderingen blijven we ons profileren als een vakopleiding. Dat betekent dat ontwerpstudenten in staat moeten zijn om een degelijk en uitvoerbaar plan te maken. Niet voor niets hebben de ontwerpstudio’s een prominente plek in het curriculum. Daarin werken studenten – al dan niet in samenwerking met studenten van andere opleidingen – aan actuele vraagstukken. Dat inspelen op een reële opgave gebeurt ook in het afstuderen. Zo hebben we een afstudeeratelier gehad over Parkstad – waar men kampt met bevolkingskrimp en wateroverlast. Regelmatig zijn opdrachtgevers betrokken, zoals in het afstudeerproject van Sandor Wallinga. In dit geval was dat Van Hall Larenstein zelf, voor de herinrichting van het terrein van de vestiging in Leeuwarden.’
Mark Hendriks