Regio Eindhoven: Verspreide campussen maken nog geen kennisstad

De 'Automotive Campus' in Helmond. (Illustratie Architectuurproducties)

 

Eindhoven onderscheidt zich als toptechnologieregio, maar vooralsnog bestaat de brainport uit een losse verzameling voormalige Philips-locaties en andere doorgegroeide bedrijventerreinen. Er is meer ruimtelijke hiërarchie nodig om de kruisbestuiving te versterken en zo de toenemende internationale concurrentie het hoofd te bieden. Peter Paul Witsen houdt de voorliggende plannen tegen het licht. Brainport Avenue moet Brainport City worden

Vier patenten per dag. De statistiek is minder tastbaar dan de tienduizend containers die de haven van Rotterdam dagelijks ontvangt of de 1200 vliegtuigbewegingen op Schiphol. Een vliegtuig of zeeschip spreekt nu eenmaal meer tot de verbeelding dan een schakelcel in de vermogenselektronica binnen zo’n voertuig. Toch is er meer reden om trots te zijn op die vier patenten in de regio Eindhoven dan op de transportbewegingen in de mainports. De Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur (Rli) was daar duidelijk over in het dit jaar verschenen advies ‘Mainports voorbij’. De mainports kunnen niet meer aangeduid worden als dé motor van de Nederlandse economie, stelt de raad, want ‘waar Schiphol en de Rotterdamse haven niet opvallen door bovengemiddelde groeicijfers, zijn er andere gebieden die dat wel doen’. De Rli doelt daarbij nadrukkelijk op de Brainport Regio Eindhoven, met een economische groei die de helft hoger ligt dan de nationale groei.

 

Kloppend hart van designwereld

Als je rondloopt in het centrum van Eindhoven zie je dat de stad opfleurt. Er wordt flink getimmerd aan het station. In de vele koffiebars gaat het bananenbrood vlot over de toonbank en De Bijenkorf is Eindhoven trouw gebleven. In vrijgekomen gebouwen is een levendige stadscultuur ontstaan die tijdens de Dutch Design Week duizenden bezoekers trekt. Toch trokken andere delen van de stad de afgelopen jaren de aandacht. Het herbestemde Philipscomplex Strijp-S bijvoorbeeld, op korte afstand van het stadscentrum. Dit is het kloppend hart van de Nederlandse designwereld, die de weg naar Eindhoven massaal gevonden heeft. Of de High Tech Campus, in het zuiden van de stad. Nog niet zo heel lang geleden clusterde Philips daar zijn onderzoeksactiviteiten. Nu stuwen zo’n 140 bedrijven elkaar op tot een imponerend aantal uitvindingen.

En Blauwe Kamer presenteerde in het jaarboek van 2014 de campus van de TU Eindhoven als ruimtelijke expressie van het toegenomen belang van de technische universiteit in de stad.

 

––––––––––––––––––
Dat deze bonte verzameling terreinen samen een snelgroeiende Brainportregio vormt, is op de keper beschouwd wonderlijk. Is innovatie niet juist gebaat bij interactie, cross-overs, een stedelijke atmosfeer?
––––––––––––––––––

 

Dit zijn vooralsnog de hotspots van de ‘toptechnologie’ die wortel heeft geschoten in de humus die Philips achterliet toen het zijn hoofdkantoor naar Amsterdam verplaatste. Maar ze zijn zeker niet de enige kennisclusters. De regio wemelt van de campussen of campusachtige bedrijventerreinen. Het onbetwiste economische vlaggenschip is ASML, een afsplitsing van Philips die machines voor de chipindustrie maakt. Stedenbouwkundig heeft ASML echter weinig betekenis. Het hoofdkantoor staat op een bedrijventerrein langs de snelweg bij Veldhoven, in een toren die zich alleen door zijn hoogte onderscheidt.

 

Op dat bedrijventerrein is ook de Health Innovation Campus in ontwikkeling. Wie van daaraf de snelweg in het westen van Eindhoven volgt, passeert het terrein waar de Brainport Industries Campus moet verrijzen, de toekomstige verzamelplaats voor hoogtechnologische maakindustrie. Dat ligt niet ver van de Philips Health Care Campus in Best. Een paar afslagen verder in Son en Breugel ligt Science Park Ekkersrijt, een segment van een regulier bedrijventerrein. Een alternatief is om richting Helmond te rijden, om de Automotive Campus of het Food Tech Park Brainport te bezoeken.

Dat deze bonte verzameling terreinen samen een snelgroeiende Brainportregio vormt, is op de keper beschouwd wonderlijk. Is innovatie niet juist gebaat bij interactie, cross-overs, een stedelijke atmosfeer? Zijn dit de innovatiemilieus waar de kenniseconomie van de 21ste eeuw het van moet hebben?

 

Concurrerende regio's

Een recente studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), de ‘SVIR-monitor’, laat zich tussen de regels door lezen als een krachtige waarschuwing. De ruimtelijke structuur van de brainport is helemaal niet zo sterk. Het planbureau vergeleek de concurrentiepositie van de technologische industrie in Noord-Brabant met die in concurrerende regio’s in Duitsland en andere West-Europese landen. Wat bleek: alleen op het aspect ‘private kennis’ scoort de provincie hoog. Op belangrijke factoren als bereikbaarheid, concentratie (de nabijheid van gelijksoortige bedrijven) en clustering van bedrijven (de nabijheid van bedrijven die aan elkaar leveren) scoort de technologiesector in Noord-Brabant benedengemiddeld, ondanks de aanwezigheid van de brainport. De kwaliteit van leven is weer wel in orde, al blijven de ruimtelijke factoren ‘natuur’ en ‘wonen’ achter.

 

De cijfers zouden voor de regio Eindhoven misschien beter zijn dan voor de provincie als geheel, maar toch: de ruimtelijke dimensie van de brainportontwikkeling is blijkbaar onderschat. Het antwoord op het vertrek van Philips en het failliet van DAF in de jaren negentig kwam dan ook niet uit ruimtelijke hoek. Wat er gebeurde, was dat enkele kopstukken uit de stad het er niet bij lieten zitten. De gemeente, de Kamer van Koophandel en de TU Eindhoven vonden elkaar in het vaste voornemen om economisch verval te voorkomen. Het was de aanzet tot een veel geroemde en langdurige samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen (de ‘triple helix’). Met grote saamhorigheid werkten deze partijen aan een internationaal competitieve arbeidsmarkt, open innovatie en het ondernemerschap in de regio, gefaciliteerd door het ruimtelijk beleid en ondersteund door de nodige marketing. Het is deze manier van samenwerken die Eindhoven in 2011 de titel Intelligent Community of the Year bezorgde, enigszins suggestief vertaald als ‘slimste regio ter wereld’.
 
Kritische ruimtelijke blik

Zeker in het begin waren er niet veel mogelijkheden om de stedelijke structuur op deze nieuwe ontwikkeling voor te bereiden. Bij een dreigende crisis, een onzeker toekomstperspectief en de herwaardering van spontaan stedelijk initiatief pasten geen grootschalige investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur en groen. Veel brainportlocaties waren al werklocaties en zijn rondom een enkel bedrijf verder gegroeid. Slechts een paar, zoals de Automotive Campus in Helmond en nu de Brainport Industries Campus, komen voort uit doelbewuste locatiekeuzes. Toch was een kritischer ruimtelijk blik, ook bij de succesvolle triple helix, op zijn plaats geweest. Initiatieven voor campusontwikkeling zijn gretig gehonoreerd, maar verbindingen tussen de locaties en met het centrum van de stad hadden geen prioriteit.

De ruimtelijke zwaktes waar ook de concurrentieanalyse van het PBL op wijst, kunnen in de toekomst wel eens gaan opspelen. De opgave voor de komende jaren is dan ook in de eerste plaats stedenbouwkundig en planologisch van aard. Niet voor niets was de Brainport in 2014 onderwerp van een regionaal MIRT-onderzoek: ‘Brainport Avenue 2020-2040’. Dit was een ontwerpend onderzoek, uitgevoerd om prioriteiten te stellen in het MIRT – het rijksprogramma Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport – en die af te stemmen met regionale investeringen. Het ruimtelijk adviesbureau BVR leidde het onderzoek. De term ‘Brainport Avenue’ verwijst naar het hoefijzer van rijkswegen om Eindhoven heen waaraan een groot aantal brainportlocaties ligt. Daarvoor is al in 2010 een beeldkwaliteitsplan gemaakt en sindsdien adviseert een kwaliteitsteam over ontwikkelingen in het gebied.

 

––––––––––––––––––
Brainport City markeert een omslag in de ruimtelijke ontwikkeling van de brainport: van locatieontwikkeling naar stadsontwikkeling
–––––––––––––––––

 

De belangrijkste conclusie van het MIRT-onderzoek luidt dat het schaalniveau van de Brainport Avenue niet toereikend is om te kunnen blijven concurreren met de Europese kennisregio’s. Daarvoor is het nodig om een de stedelijke cultuur aan te jagen, om reistijden over de weg en het spoor te bekorten en om de relaties te versterken tussen arbeidsmarkten, dienstensectoren en kennisclusters. ‘Brainport Avenue’ wordt ‘Brainport City’.

Brainport City markeert een omslag in de ruimtelijke ontwikkeling van de brainport: van locatieontwikkeling naar stadsontwikkeling. Die omslag komt aarzelend op gang. Er worden investeringen in groen en infrastructuur gedaan om werklocaties te verbinden met de stad.

 

Geen vrienden

Een voorbeeld is de ‘slowlane’, de meer dan dertig kilometer lange fietsroute langs een groot aantal campussen aan de snelweg (de ‘fastlane’) en langs het stadscentrum. De slowlane wordt stukje bij beetje ontwikkeld, heeft een comfortabele breedte en is ingericht op doorfietsen. De Hovenring is in de route opgenomen, waarmee de slowlane direct over een beeldmerk beschikt: de opgetilde rotonde voor fietsers bij Veldhoven, hoog boven een kruising voor het autoverkeer.

 

De grootste ommezwaai in de gebiedsvisie Brainport City is echter dat deze de brainport losweekt van de snelweg en het stadscentrum in trekt. Want het centrum fleurt dan wel op, de toptechnologie is er nauwelijks te bekennen. De universiteitscampus, intussen omgedoopt tot TU/e Science Park en verrijkt met tientallen start-ups en andere bedrijven, is een bruisende plek maar blijft een wereld op zich aan de overkant van de spoorbaan. De looproute naar Strijp-S, niet meer dan een paar honderd meter lang, is kaal en onaangenaam. De glazen bollen Blob en Bubble op het centrale 18 Septemberplein doen vooral curieus aan – als een verre echo van het Evoluon dat ook nooit vrienden heeft gemaakt in de stad.

 

Eigen voorstelling

De gebiedsvisie Brainport City zoekt naar bindmiddelen. Het krachtigste wat erin naar voren komt is de Brainport Shuttle. Dit is een toekomstige openbaarvervoerverbinding tussen het centrum en de zuidelijke en noordwestelijke brainportlocaties (High Tech Campus, Brainport Industries Campus). Het systeem wordt neergezet als ‘brainportwaardig’ dus innovatief, maar daar mag iedereen nog zijn eigen voorstelling bij maken want het staat op de rol voor de lange termijn. Met het Rli-advies over het economische belang in het achterhoofd is dat rijkelijk laat. Voor de nationale economie zou de Brainport Shuttle wel eens belangrijker kunnen zijn dan bijvoorbeeld de verlenging van de Noord/Zuidlijn – de toekomstige nieuwe metrolijn van Amsterdam – naar Schiphol. De shuttle is hard nodig om hiërarchie aan te brengen in de verspreide brainportlocaties, en daarmee richting te geven aan ruimtelijke investeringen.

 

––––––––––––––––––
Nu de economische crisis in de regio kordaat is afgewend, zijn initiatieven nodig die de stedelijke structuur én de economie helpen versterken
––––––––––––––––––

 

Met een aantakking aan het shuttletracé biedt de toekomstige Brainport Industries Campus de beste perspectieven om de brainport met de stad te verbinden. De ontwikkeling hangt samen met de transformatie van de bestaande groene wig in het noordwesten van Eindhoven tot Brainport Park (zie kader). De fietsroute naar Strijp-S is al verbeterd, onder meer door de aanplant van bomen. En er zijn plannen in de maak voor de herontwikkeling van het tussenliggende industrieterrein Strijp-T. Initiatiefnemer hiervoor is het designbureau VanBerlo. Strijp-T blijft een industrieterrein, maar bedoeld voor de innovatieve maakindustrie in het verlengde van de designsector in Strijp-S. Herbestemming van de machtige elektriciteitscentrale, ooit door Philips gebouwd, belooft de aanjager van deze herontwikkeling te worden. Zo kan hier een uitgestrekte en veelzijdige brainportzone ontstaan die nauw verbonden is met het stadscentrum.

 

Andersom kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de locatiekeuze voor een Experience Center en ontmoetingsplek aan de A2 bij Veldhoven. Dat is bij uitstek een snelweglocatie, zonder aansluiting op de toekomstige Brainport Shuttle en waar hooguit een aftakking van de slowlane is te verwachten. Een andere aangename verbinding met de stad staat evenmin op stapel. Maar, zegt architect Marco Vermeulen, het initiatief maakt wel deel uit van een integrale opwaardering van bedrijventerrein De Run waar onder meer ASML en de Health Innovation Campus gevestigd zijn (zie het kader over The Dutch Mountains).

 

De internationale concurrentie in de kenniseconomie groeit en de triple helix heeft brede navolging gekregen. De komende jaren zijn beslissend voor de toekomst van de brainport. Nu de economische crisis in de regio kordaat is afgewend, moet prioriteit worden gegeven aan initiatieven die de stedelijke structuur helpen versterken en het economische succes op die manier helpen bestendigen. Daarbij past niet langer de bescheidenheid die stadsplanners tot nu toe aan de dag hebben gelegd.

 

Dit is een ingekorte versie. Het hele artikel is te vinden in het Blauwe Kamer Jaarboek van 2016.