Chinese zuivelfabriek bij Heerenveen.
De NVTL en de BNSP starten deze week met het traject ‘Regio’s van de Toekomst’, waarin ontwerpers aan de slag gaan met een regionale benadering van de Nationale Omgevingsvisie. Filosoof Jan-Hendrik Bakker benadrukt in zijn essay voor Noorderbreedte nog eens hoe belangrijk het regionale schaalniveau is voor onze verbondenheid met het landschap.
Landschap is niet in iemands bezit zoals grond dat is, maar wel in overdrachtelijke zin. Het landschap waarin je je thuis voelt, hoort bij jou. “De speciale band toont zich vooral wanneer de pijn van het verlies zich meldt. (…) Markante elementen die uit het landschap verdwijnen, en dieren en plantensoorten die verdwijnen, tasten onherroepelijk het leefgebied van de collectieve herinnering aan.”
Dat het landschap verandert is niet het probleem. Het verandert immers continue en de gemeenschap verandert mee. Landschapspijn ontstaat wanneer de veranderingen veroorzaakt worden door “economische exploitatie en uitputting door mogendheden ver buiten de regio, die er ook geen enkele band mee hebben.” Bakker noemt de grootschalige Chinese zuivelfabriek bij Heerenveen als uitwas, of het massatoerisme dat het landschap reduceert tot attractie of lustobject. Daarom moet landschapsonderhoud volgens hem gebaseerd zijn op onderzoek naar de verhalen die er over het landschap verteld worden. “Lokale geschiedschrijving, lokale journalistiek en kunst zijn net zo belangrijk als het werk van de lokale biologen, ecologen en (landschaps)architecten.”