Perioden van crisis nodigen uit tot reflectie. Wat is de rol van stedenbouw en planologie in een wereld waar pandemieën vrij spel lijken te hebben? Joost Schrijnen schreef er voor de BNSP een blog over.
Schrijnen merkt op dat de Italiaanse schrijver Paolo Giordano van mening is dat de epidemie ons aanspoort om onszelf te beschouwen als een collectief, in plaats van als individu. Volgens Schrijnen is zo’n collectief wereldbeeld altijd al vanzelfsprekend geweest in stedenbouw en planologie. Het vormt een rode draad door onze ruimtelijke geschiedenis vanaf de vorming van de waterschappen in de middeleeuwen, via de 19e eeuwse spoorlijnen en waterwegen, de Deltawerken, Ruimte voor de Rivier, de stedelijke herverkavelingen, de stadsvernieuwing enzovoort. Die verbindende houding heeft ons grote welvaart gebracht.
Crisis in de ruimtelijke ordening
Tegelijkertijd blijkt deze open samenleving ook een open snelweg voor virussen. Niet alleen coronavirussen, maar ook mentale virussen verspreiden zich gemakkelijk. Met het mentale virus doelt Schrijnen op de terugtredende overheid en het absolute geloof in marktwerking. Deze euvels hebben geleid tot een crisis in de ruimtelijke ordening: de woningbouw is ingestort en alle instituties die te maken hadden met de succesvolle ruimtelijke inrichtingen zijn opgeheven of afgebouwd. De huidige gezondheidscrisis doet ons dat eindelijk beseffen. Helaas gaan we waarschijnlijk een economische crisis tegemoet die herstel van de ruimtelijke ordening moeilijk zal maken.
De grote uitdaging van dit moment
Wat zou volgens Schrijnen het nieuwe normaal kunnen worden in de stedenbouw en planologie? Hij blijft in elk geval in de kracht van ons vak geloven. Ruimtelijk ontwerpers blijven altijd op zoek naar wat wel maakbaar is. De grote uitdaging op dit moment is een samenleving te ontwerpen om afstand te bewaren, maar om toch ook intimiteit te ervaren.