De begraafplaats weer onderdeel van de stad

De door Lola ontworpen entree van een stadstuin op een voormalige begraafplaats in Bilbao.

 

Door: Mark Hendriks

 

Onlangs was ik bij het graf van mijn vader op de begraafplaats aan de Bredaseweg in Tilburg. Het is een toonbeeld van de klassieke laatste rustplaats: gietijzeren hekken als entree en hoge muren met op de hoeken heiligenbeelden. Op het terrein zelf leiden klinkerpaden de bezoekers langs buxushagen, oude tombes en grote stenen zerken. Van de stad rondom is weinig te merken. Ergens is dat fijn, want de stilte geeft ruimte aan verdriet, overpeinzing en verwerking. Tegelijkertijd maakt het de plek kil en afstandelijk. Als ik vertrek vraag ik me af of de begraafplaats aan betekenis zou winnen als het een toegankelijk park zou zijn, met grote boomgroepen en gazons, en fiets- en looproutes voor de scholieren van het naastgelegen lyceum.

 

De vraag of begraafplaatsen geschikt zijn voor ander gebruik, wordt in het speciale e-zine dat vorige week verscheen vaker gesteld. Zo spraken we met landschapsarchitect Dirco Kok die onderzoek deed naar alternatieve gebruiksmogelijkheden van begraafplaatsen. We nemen een kijkje in Australië waar de ontwerpers van Other Architects aan een plan werken om begraafplaatsen rondom steden in te zetten voor landschapsbescherming en natuurontwikkeling.

 

Waar begraafplaatsen hier nog vooral enclaves in de stad zijn, zijn ze in andere landen onderdeel van het publieke leven. Dat merk ik als ik op vakantie met enige regelmaat begraafplaatsen bezoek. Dan blijken mijn vriendin en ik lang niet de enige bezoekers. In steden als Boedapest en Praag gebruiken gezinnen de enorme begraafparken als plek voor verpozing, terwijl hardlopers langs grafstenen snellen en ouden van dagen er een praatje maken. We kennen allemaal de beelden uit Latijns-Amerika waar mensen picknicken tussen de graven van hun geliefden. Dat dit niet langer voorbehouden is aan zuidelijke culturen, blijkt uit het beeldverhaal in dit nummer: op de begraafplaats Assistens in Kopenhagen luieren zomers de tieners argeloos tussen de grafstenen. Of dit wenselijk is, valt te betwisten. Maar dat deze jongeren onze sterfelijkheid niet uit de weg gaan, is te prijzen.