Tijdens een drukbezochte bijeenkomst in Ede is het door Blauwe Kamer samengestelde Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw 2024 gepresenteerd. Voorzitter van de selectiecommissie Yttje Feddes reikte de eerste exemplaren uit aan de voorzitters van de BNSP en NVTL, en rijksadviseur Wouter Veldhuis.
Plaats van handeling was De Fietser, een showroom annex fietsinnovatiecentrum dat gevestigd is in een oude hal van de verdwenen kunstzijdefabriek Enka. Het terrein is afgelopen twintig jaar omgevormd tot een hedendaagse stadswijk, net als de aan de andere kant van het spoor gelegen kazerneterreinen. Deze grootschalige herontwikkeling van de Edese oostflank - inclusief de vernieuwing van station Ede-Wageningen - is een van de projecten in dit jaarboek.
Na een welkomstwoord door hoofdredacteur Mark Hendriks en wethouder Peter de Pater lichtte voorzitter van de selectiecommissie Yttje Feddes de keuze voor 18 projecten toe. Ze vertelde hoe de commissie - die verder bestond uit landschapsarchitect David Kloet, ontwikkelaar Eva Hekkenberg en stedenbouwkundigen Endry van Velzen en Anne Loes Nillesen – graag wilde laten zien wat langjarige betrokkenheid van ontwerpers en opdrachtgevers oplevert. 'Kwaliteit', zo sprak Feddes, 'ontstaat door het vasthouden van het hoofdidee, ook als het tegenzit, en het van daaruit inspelen op nieuwe kansen.'
Daarnaast riep ze op om in 'lange lijnen' te denken, zowel ruimtelijk als in de tijd. Het biedt tegenwicht tegen de planningscultuur van losse projecten en binnenstedelijke verdichtingen met veel kleine woningen. Lange lijnen - zoals het Hofbogenpark in Rotterdam of het World Forum in Den Haag - voegen robuuste openbare ruimtes toe en verbinden stad en landschap. Een prominente plek in dit jaarboek is ingeruimd voor de vernieuwing van 20ste-eeuwse stadswijken, zoals Woensel in Eindhoven, het Blauwe Dorp in Maastricht of het Utrechtse Overvecht. De projecten in deze categorie combineren aandacht voor sociale samenhang met het bestaande karakter. Feddes: 'Deze ontwerpen zijn erop gericht om de openbare ontmoetingsruimte te verbeteren en nieuwe woontypologieën toe te voegen.'
Tot slot stelde Feddes vast dat plannen voor het landelijk gebied nagenoeg ontbraken in de stapel met inzendingen. Namens de commissie deed ze de aanbeveling om volgend jaar expliciet aandacht te vragen voor opgaven in het landelijk gebied.
Na deze inleiding ging hoofdredacteur Hendriks in gesprek met vier ontwerpers die met hun werk in het boek staan. Ook sprak hij met Jaap van den Bout en Claire Nouwen over twintig jaar werken aan de Edese oostzijde. Van den Bout maakte het masterplan en is tot op de dag van vandaag supervisor, landschapsontwerper Nouwen ontwierp in dienst van de gemeente vele plekken. Hun boodschap aan de zaal: de basis voor complexe gebiedsontwikkelingen als deze ligt in een sterk landschappelijk raamwerk.
Na de onthulling van het omslag reikte voorzitter Feddes zoals gezegd de eerste exemplaren uit. Rijksadviseur Wouter Veldhuis riep zijn vakgenoten in de zaal op om zich niet teveel bezig te houden met het huidige kabinet. Ontwerpers moeten vooral doen waar ze goed in zijn: jaren vooruitkijken. Oftewel, nadenken over een volgende periode, over lange lijnen zodat een volgend kabinet over tien jaar slagvaardig aan zet kan zijn.
Foto's: Christiaan Krouwels
Abonnees ontvangen het jaarboek als onderdeel van het decembernummer. De speciale boekeditie (met stofomslag) is hier te verkrijgen.